Hoe lossen wij conflicten op?

Preventief en herstelgericht conflicten hanteren

Kinderen moeten zich optimaal kunnen ontwikkelen in een omgeving waar ze zich veilig voelen. Een belangrijk aspect hierbij is samen spelen! Als kinderen zich goed voelen in hun vel, schept dit de beste kansen om te leren. Dit doen we in de eerste plaats om onze focus niet op het negatieve gedrag te leggen maar het positief gedrag te bevestigen.

Kinderen spelen met elkaar en dat leidt soms tot een conflict. Ruzie maken en dit ook oplossen hoort bij het leven.

Het schoolleven op zich is vandaag niet eenvoudig. Bovendien is de tijdsgeest er niet echt één van blijvend kansen geven. Mensen– en dus ook kinderen en jongeren – zijn niet altijd even voorspelbaar. Ons sanctioneringsbeleid geeft aan hoe wij omgaan met de knelpunten waarop we vandaag botsen.

Het doel van het sanctioneringsbeleid is om een evenwicht te vinden tussen het waarborgen van de orde en het respecteren van de rechten en integriteit van de leerlingen. Dit beleid wil bijdragen aan een positieve schoolomgeving waarin preventie,  zorg en herstelgerichte maatregelen centraal staan.

Belangrijke principes i.f.v. kinderrechten

  1. Non-discriminatie (Artikel 2)
    • Discriminatie op school is onacceptabel. Elke leerling moet gelijk behandeld worden, ongeacht achtergrond of persoonlijke kenmerken.
  2. Belang van de jongere (Artikel 3)
    • Bij elke beslissing moet het belang van de leerling de eerste overweging zijn.
  3. Recht op meningsuiting (Artikel 12)
    • Leerlingen hebben het recht hun mening te uiten en zich te verdedigen.
  4. Privacy (Artikel 16)
    • De school moet de privacy van leerlingen respecteren.
  5. Geen geweld (Artikel 19)
    • Fysiek of psychisch geweld is ontoelaatbaar.

Aanpak

Herstelgerichte gesprekken

  • Na een conflict wordt er altijd een herstelgesprek gevoerd waarbij de vier kernvragen worden gesteld:
    1. Wat is het probleem?
    2. Hoe heb je het probleem beleefd en hoe heeft de ander het beleefd?
    3. Wat was jouw aandeel en wat was het aandeel van de ander?
    4. Welke afspraken maken we?
  • Door middel van een verkeerslicht maken we de stappen voor de kinderen visueel duidelijk. De 4 kernvragen van hierboven zitten hierin vervat.

Participatie en verbondenheid

Leerlingen worden betrokken bij de invulling en vormgeving van schoolruimtes en activiteiten om hun verantwoordelijkheidsgevoel en verbondenheid te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn het leeslabo, het winkeltje en onze buitenspeeldag. Het kinderbestuur doet voorstellen en werkt ze uit met de hulp van de leerkrachten van het 5de en 6de leerjaar en de directeur.

Veilige schoolomgeving

We zorgen voor een omgeving waar leerlingen zich veilig en gerespecteerd voelen. Dit vraagt om duidelijke regels en toezicht, vooral in ‘eigenaarsloze’ en ongedefinieerde ruimtes. We maken de afweging tussen autonomie en zelfsturing enerzijds en coachen en sturen anderzijds.

Training en ondersteuning voor leerkrachten

Onze leerkrachten krijgen vorming in herstelgericht werken. We bieden continue ondersteuning en feedbackmogelijkheden om de leerkrachtvaardigheden te verbeteren tijdens informele en formele (filter) gesprekken.

Communicatie met ouders

We informeren ouders over het herstelgerichte beleid via de website en de  schoolbrochure en betrekken hen bij het proces. We benadrukken dat herstelgericht werken meer omvat dan alleen een gesprek en dat het gericht is op duurzame oplossingen. Wij verwachten eerlijke en opbouwende communicatie waarbij het meerzijdig perspectief wordt gerespecteerd. De communicatie is niet gebaseerd op verantwoording, maar op vertrouwen en expertise.

Afspraken

Gelijkwaardige behandeling en respect

Alle leerlingen worden gelijk behandeld en met respect benaderd, ongeacht de situatie.

Maatregelen continuüm

We werken met een continuüm van maatregelen, van minimaal naar maximaal ingrijpend. We passen proportionaliteit en subsidiariteit toe waarbij het lichtste middel wordt ingezet om een handhavingsdoel te bereiken. Een ingrijpende maatregel wordt ingeroepen wanneer een lichtere niet volstaat. Concreet kiezen we voor de lichtste maatregel die effectief kan zijn.

Afspraakkaarten

We gebruiken afspraakkaarten als reflectie-instrumenten, niet als dreigmiddelen. De afspraken zijn positief verwoord. We stellen ze samen op met de leerling en betrekken ouders wanneer we dit nodig vinden. We zorgen voor regelmatige evaluaties.

Afzondering als uitzondering

Afzondering van leerlingen is alleen toegestaan in acute probleemsituaties en moet altijd tijdelijk zijn. Re-integratie in de groep moet actief gestimuleerd en begeleid worden.

Ondersteuning en begeleiding

Begeleiding is meer dan alleen regels herhalen. We bieden leerlingen kansen om na te denken over hun gedrag en hoe ze dit kunnen verbeteren.

Preventie en Welzijn

Empathie en betrokkenheid

We zorgen voor een vertrouwenspersoon (zorgcoördinator, zorgleerkracht) voor leerlingen en investeren in individuele contacten om een vertrouwensband op te bouwen.

Goed Klasklimaat

We werken aan een positief klasklimaat door preventieve maatregelen en het versterken van sociale vaardigheden en dit door het toepassen van strategieën uit Rots en Water en Raket voor onze jongste leerlingen.

Tijdens de RAKET-lesjes zijn er 6 afspraken waar iedereen zich aan moet houden: 

We luisteren naar elkaar.
We steken stil onze vinger in de lucht als we iets willen vragen.
We zeggen alsjeblieft en dankjewel.
We geven elkaar complimentjes.
We roepen niet.
We doen elkaar niet pijn, ook niet met woorden.

De regels staan afgebeeld op een dobbelsteen en worden de volgende lesjes elke keer opnieuw herhaald. Kinderen die zich aan de afspraken houden, verdienen dikke duimen en complimenten!

Leren luisteren 

Eén van de afspraken is ‘we luisteren naar elkaar’. Dit is moeilijker dan je zou denken! De volgende drie deelvaardigheden helpen de kinderen hierbij:

We blijven zitten of staan.
We kijken naar diegene die praat
Ons mondje is dicht.

Speelplaats-goed-gedrag-spel 

Elk RAKET-lesje eindigt met een speciale speeltijd. Terwijl de kinderen spelen, delen de juffen puntjes uit aan de kinderen die leuk samenspelen (luisteren naar elkaar, regels naleven, rustig wachten, vragen of je mag meedoen, delen van het speelgoed, …). Bij elk punt dat de kinderen krijgen, wordt ook concreet benoemd waarom ze het punt hebben verdiend. Bijvoorbeeld: “leuk zeg, jullie delen een bal!”. Na het spel worden alle puntjes in een fles verzameld. Als de puntjes boven het elastiekje rond de fles komen, verdienen de kinderen een beloning! 

Gevoelens bij zichzelf en bij anderen

Tijdens de RAKET-lesjes wordt gewerkt aan gevoelens. Eerst leren de kinderen de basisgevoelens ‘blij’, ‘boos’, ‘bang’ en ‘verdrietig’ herkennen bij zichzelf. Ze bootsen de gevoelens na en verwoorden hoe zij of anderen kunnen zien dat ze zich blij, verdrietig, boos of bang voelen. 

Aan de hand van een gevoelensthermometer kunnen we meten hoeveel iemand blij, verdrietig, boos en/of bang is. Als de gevoelenspijl onderaan staat, betekent dit dat je iets een klein beetje voelt. Hoe hoger de pijl, hoe meer je iets voelt. Helemaal bovenaan de thermometer ben je dus bv. Super boos. De kinderen krijgen de boodschap dat iedereen zich wel eens blij, boos, bang of verdrietig voelt net zoals de juf, de mama, de papa of iemand anders.

We staan ook even stil bij het gevoel van een ander. Iedereen is uniek en dat is goed! We zien er anders uit, hebben verschillende voorkeuren en voelen ook soms iets anders in dezelfde situatie. Om de voorkeuren en gevoelens van anderen te weten te komen, zijn er verschillende strategieën:  

  • Het vragen aan de andere.
  • Kijken naar het gezicht en de lichaamstaal van de andere.
  • Zich de vraag stellen: “Hoe zou ik mij voelen als dat met mij gebeurt?” 

Hoe kan je als volwassene je kind hierbij helpen? 

Gevoelens benoemen bij je kind

Opdat je kind gevoelens bij zichzelf leert herkennen en onderscheiden, kan je zijn of haar gevoelens regelmatig benoemen. Bijvoorbeeld: “Ik denk dat je je verdrietig voelt omdat je net hebt verloren. Ik kan het zien aan je gezicht, want je mondhoeken gaan naar beneden, er rolt een traan over je wang, …”.

Bevragen hoe je kind zich voelt en hoeveel

Hierbij kan het helpen om je kind met zijn/haar handen te laten tonen hoe groot het gevoel is. Hoe meer we onze handen uit elkaar houden, hoe meer we iets voelen.

Eigen gevoelens verwoorden

Door geregeld ook je eigen gevoel te verwoorden, leren kinderen eveneens dat iedereen deze gevoelens ervaart. Gebruik hierbij voorbeelden op het niveau van je kind zoals ‘ik was vandaag blij omdat je me goed geholpen hebt  met de tafel dekken’,  ‘ik ben verdrietig omdat oma ziek is’, ‘Ik ben boos omdat er iemand gelogen heeft’,…

Spelregels, samenwerken, spelintrede

Door het spelen van gezelschapsspelletjes en het samenwerken aan gezamenlijke opdrachten oefenen we de geleerde vaardigheden nog wat verder in: 

  • afspraken maken en je hier aan houden
  • oplossen van problemen (bv. wie mag er beginnen?)
  • rustig blijven bij frustratie (bv. een beurt moeten overslaan, verliezen, …)
  • rekening houden met de wensen en voorkeuren van een ander
  • luisteren naar een ander 

In de laatste RAKET-lesjes focussen we op een belangrijk aspect van leuk samenspelen: op een mooie manier vragen om mee te mogen spelen. We doen dit in drie stapjes:

1.
2.
3.

Af en toe zal het antwoord op de laatste vraag eens ‘neen’ zijn. Ook hier komen de eerder geleerde vaardigheden van pas. We passen trucjes toe om rustig te blijven of te worden en op een goede manier het probleem op te lossen. Mogelijke oplossingen zijn: even wachten, met iemand anders spelen, alleen spelen, het nog eens vragen.

Opvolging

  1. Goede praktijken
    We behouden en versterken wat al goed loopt. We reflecteren op en sturen bij waar nodig.
  2. Inclusief beleid
    We betrekken alle personeelsleden bij de herstelgerichte aanpak en zorgen voor een gezamenlijke visie.
  3. Variatie in reacties en herstel
    We zoeken naar verschillende manieren van reageren en herstellen, waarbij zowel ‘straffen’ als ‘belonen’ een plaats hebben.
  4. Continue vorming
    De leerkrachten volgen opleidingen rond sociaal functioneren (cfr. RAKET, Rots en Water, verbindende communicatie, hergo-moderator)
  5. Betrokkenheid van schoolleider
    De schoolleider is betrokken met oog voor de problemen van leerkrachten en stimuleert een warme sfeer onder collega’s en leerlingen.
  6. Communicatie
    We investeren in individuele contacten met de leerlingen om te zorgen dat hun positie in de groep correct wordt geprofileerd. Ouders worden betrokken bij onze aanpak.

Door deze aanpak en afspraken te volgen, kan de school een zorgzaam en effectief sanctioneringsbeleid ontwikkelen dat bijdraagt aan een positieve schoolomgeving en het welzijn van alle leerlingen. We verwachten van de ouders vertrouwen en ondersteuning. Ons beleid is niet gebaseerd op verantwoording, maar op vertrouwen en expertise.

Naar top