Waarom huiswerk ?
- Huiswerk is een middel om bepaalde leerstof extra in te oefenen, te automatiseren.
- Via het huiswerk zien ouders waarmee de kinderen in de klas bezig zijn. Onze kinderen brengen een stukje school mee naar huis. Huiswerk is een brug tussen school en thuis.
- Via hun huiswerk leren we onze kinderen zelfstandig werken. Ze leren hun werkjes te plannen. Ze gaan op zoek naar geschikte strategieën, lossen zelf problemen op, trachten zichzelf te motiveren en blijvend geconcentreerd aan het werk te gaan. Stapje per stapje willen we onze leerlingen vaardiger maken in het ‘leren leren’.
Wat kunnen mogelijke huiswerkopdrachten zijn?
- Uitvoeren van schriftelijke opdrachten (opdrachten die gekend zijn en meermaals geoefend werden in de klas)
- Leren van lessen
- Leeswerk
- Verzamelen van materiaal
- Zoeken van informatie en documentatie
- Opdrachten uitvoeren op de computer
Wanneer geven we huiswerk en hoelang werken leerlingen aan huiswerk?
Alle kinderen zijn verschillend. Ieder heeft een eigen leer-en werktempo. De school houdt in de mate van het mogelijke rekening met de individuele verschillen en is bereid in het huiswerk te differentiëren (na overleg met de ouders en het kind). Mogelijk krijgen leerlingen van eenzelfde klas andere huiswerkopdrachten.
Vanaf het vierde leerjaar zetten we meer in op leren plannen en organiseren. De leerlingen krijgen dan een aantal opdrachten, waarvoor ze zelf een planning opstellen. De leerkrachten besteden ook veel tijd aan ‘ leren leren’. Bij de opgave van een les worden er telkens heel wat studietips meegegeven.
De maximum werktijden zijn een richttijd. We veronderstellen dat het kind binnen deze tijd (indien het geconcentreerd en intensief aan de slag is) z’n taken en lessen afkrijgt. Zo niet, neem dan contact op met de klasleerkracht OF noteer een opmerking in het agenda.
Aantal taken/wanneer | Aantal lessen | Maximum werktijd | Lezen | |
Lj 1 | MAANDAG (wisk OF Ned) DONDERDAG (wisk OF Ned) | 15’ | + Elke dag 15’ luidop lezen | |
Lj 2 | MAANDAG (wisk OF Ned) DINSDAG (wisk OF Ned) DONDERDAG (wisk OF Ned) | max. 1 les per dag | 20’ | + Elke dag 15’ luidop lezen |
Lj 3 | 3 DIGITALE TAKEN per week (maandag, dinsdag, donderdag) | max. 1 les per dag | 30’ | + Elke dag 15’ luidop lezen |
Lj 4 | 4 DIGITALE per week (zelf te plannen) | 1 à 2 lessen per dag | 30’ à 45’ | + Elke dag 15’ lezen |
Lj 5 | 4 PLANTAKEN per week | 1 à 2 lessen per dag | 60’ | + Elke dag 15’ lezen |
Lj 6 | 4 PLANTAKEN per week | 1 à 2 lessen per dag | 60’ | + Elke dag 15’ lezen |
‘Vlot lezen’ leer je door het vaak te doen. Je kan beter elke dag 15’ lezen dan 1 keer per week een uur. Oefening baart immers kunst.
Hoe noteren de leerlingen het huiswerk in het agenda ?
- Klas 1: ( 1ste trimester)
Tijdens het eerste trimester van het eerste leerjaar stuurt juf Odile bijna dagelijks een mailtje naar de ouders. Hierin kan je lezen wat de kinderen gedurende de klasdag hebben gedaan. Je vindt er ook de huiswerk-opdracht in terug en ev. enkele tips voor thuis. - Klas 1: (vanaf de 2de trimester) agenda
- Klas 2-6: agenda
Hoe vaak wordt het agenda gecontroleerd door de leerkracht?
Wat verwachten we van de ouders in verband met agendagebruik?
- Controle door de leerkracht:
- Klas 1+2+3: De leerkracht controleert dagelijks.
- Klas 4+5+6: De leerkracht controleert wekelijks het agenda. Leerlingen die het nodig hebben (bij schrijfmoeilijkheden, planningsmoeilijkheden) worden dagelijks opgevolgd.
- Controle door de ouders:
Ouders lezen dagelijks het agenda en paraferen na inzage.
Wat gebeurt er wanneer jouw kind niet in orde is met zijn huiswerk?
- Familiale omstandigheden hebben jouw kind belet het huiswerk te maken.
Je brengt de klasleerkracht op de hoogte via mail en jouw kind brengt het huiswerk tegen de volgende dag in orde. - Het huiswerk is te moeilijk of je ervaart dat jouw kind veel te lang aan het huiswerk moet werken.
Je laat jouw kind ophouden en mailt dit aan de klasleerkracht wat er fout liep. De klasleerkracht brengt de zorgcoördinator op de hoogte. Samen bekijken zij of het nodig is om jouw kind korter op te volgen of te ondersteunen bij het leerproces. Ouders worden dan uitgenodigd voor een gesprek. - ‘Meermaals’ vergeet jouw kind huiswerk te maken tegen de afgesproken tijd.
- De klasleerkracht zal je via mail op de hoogte brengen van de situatie en jouw kind dient het in-te-halen werk thuis te maken.
- Wanneer het werk niet bijgemaakt wordt thuis, zal jouw kind dit op een vrij moment , bepaalt door de klasleerkracht, op school doen.
- De zorgcoördinator wordt op de hoogte gebracht en ouders worden uitgenodigd voor een gesprek. Samen zoeken we naar een oplossing of hulp om jouw kind beter op te volgen / te helpen bij het plannen en realiseren van het huiswerk.
Wat verwachten we van ouders in verband met het maken van huiswerk?
- Algemene verwachtingen:
- Goede omstandigheden (rustige werksfeer, prikkelarme omgeving) aanbieden, waarin huiswerk kan worden gemaakt.
- Positieve ingesteldheid uitstralen ten aanzien van huiswerk.
- Verwachtingen VOOR het huiswerk gemaakt wordt:
- Klas 1 - 6: opdrachten samen overlopen
- Verwachtingen TIJDENS het maken van het huiswerk:
- Klas 1: aandacht besteden aan/ jouw kind wijzen op een correcte schrijfhouding.
- Klas 1 - 6: een opdracht dat jouw kind niet begrijpt nog eens uitleggen of toelichten
- Verwachtingen op het EINDE van de huiswerktijd:
- Klas 1 - 4: controleren of het huiswerk gemaakt is.
- Klas 1 - 6: controleren of jouw kind het agenda op de afgesproken manier gebruikt. ( aanvinken wat gebeurd is,… zie vooraan agenda )
- Klas 2 - 6: lessen overhoren
- Klas 4+5: tips geven bij het opstellen van een werkplanning en toezien op het wel of niet nakomen van de planning
- Klas 1 - 6: bij problemen, verstuur mailtje naar de klasleerkracht.
Wat verwachten we NIET!!!!
- Dat je het huiswerk verbetert. Dat gebeurt in de klas of door de klasleerkracht. De klasleerkracht verwerft op die manier belangrijke info omtrent wat gekend is en wat nog verder moet ingeoefend worden.
- Dat je zelf oefeningen opgeeft of nog extra tijd spendeert aan het verwerven van de leerstof. Jouw kind heeft ontspanning nodig!
- Dat je slordig werk laat overschrijven. De leerkracht maakt, afhankelijk van de opdracht, zelf afspraken met jouw kind in verband met netheid. Als leerkracht leren we meer over de vaardigheden van het kind en het zelfstandig werken indien we het eigen werk van de kinderen zien, inclusief gomsel, doorhalingen, verbeteringen van het kind.
- Dat je de werkplanning van uw kind opstelt. Jouw kind moet ZELF leren plannen en organiseren. Men leert dit immers met vallen en opstaan. Maar ondersteunen bij het leren plannen mag altijd.
Nog enkele tips:
- Plan in de mate van het mogelijke het huiswerk op een VAST moment en op een VASTE plaats.
- Zorg dat je in de buurt bent.
- ‘Leeswerk’ plan je best niet tijdens de huiswerktijd.
‘Leesplezier’ is belangrijker dan bladzijden doorworstelen. Maak er samen met je kind een gezellig moment van. Samen lezen / voorlezen is erg leuk en motiverend. - Huiswerk maken, mag geen dagelijkse strijd zijn. Neem contact op met de klasleerkracht wanneer het huiswerk maken, steeds weer tot moeilijkheden leidt.
Agenda en afspraken per klas
1ste leerjaar
Afkortingen:
Algemeen:
p. = pagina
w.k 7 p. 12-13 = wisselrijtjes kern 7 pagina 12 en 13
l.p. 14-16 = leesboek pagina 14 tot en met 16
2de leerjaar
Afkortingen:
Algemeen:
oef = oefening
p = pagina
nr = nummer
LL = luidop lezen
OW20 = 20 onthoudwoorden schrijven
nieuwe OW 3x = nieuwe onthoudwoorden: elk woord 3x schrijven
tafel 2X = maaltafel 2 oefenen
tafel 2X: = maal- en deeltafel van 2 oefenen
tafels = alle maal- en deeltafels oefenen
min = minuten bv. tafels 10min = 10 min tafels oefenen
3de leerjaar
In het derde leerjaar krijgen de kinderen 3 digitale taken per week. Deze worden op de computer gemaakt op maandag, dinsdag en donderdag.
De leerlingen noteren dit telkens ’s maandags in het klasagenda.
Elke dag 15 minuten hardop lezen.
Toetsen voor WO worden ruim op voorhand gepland (een tweetal weken). De leerlingen plannen hun studie zelf.
Afkortingen:
Algemeen:
oef = oefening
p = pagina
nr = nummer
min = minuten
@ = zeker mail checken
LT = laten tekenen
Wiskunde
SB = scheurblok
AR = arithmos
R = rakkertje
WB = werkboek
BB = bruine werkboek target 8
Taal
TB = taalboek
WB = werkboek
LL = luidop lezen
Tring = onthoudboekje taal (groen) met metalen ring
Spelling
SB = spellingboek om in te werken
Spring = onthoudboekje spelling (geel) met metalen ring
WO
BB = bronnenboek
WB = werkboek
ACHTERAAN=briefje afwezigheid
ACHTERAAN= memo, voor opmerkingen bij foutief gedrag te melden
4de leerjaar
In het vierde leerjaar krijgen de kinderen 4 digitale taken per week. Deze worden op de computer gemaakt.We noteren dit ’s maandags in het agenda.
De leerling plant en noteert in zijn/haar agenda wanneer de taak gemaakt wordt en nadien hoelang ze over de taak gedaan hebben.
Indien het computerprogramma dit toelaat, noteert de leerling ook hoelang hij/zij over de taak gedaan heeft.
Elke dag 15 minuten hardop lezen.
Toetsen voor WO worden ruim op voorhand gepland (een tweetal weken). De leerlingen plannen hun studie zelf.
Afkortingen:
Algemeen:
oef = oefening
p = pagina
blz = bladzijde
nr = nummer
min = minuten
@ = zeker mail checken
LT = laten tekenen
Wiskunde
SB = scheurblok
AR = arithmos
R = rakkertje
WB = werkboek
BB = bruine werkboek target 8
Taal
TB = taalboek
WB = werkboek
LL = luidop lezen
Tring = onthoudboekje taal (groen) met metalen ring
Spelling
SB = spellingboek om in te werken
Spring = onthoudboekje spelling (geel) met metalen ring
OW = onthoudwoordjes (bloonblad)
WO
BB = bronnenboek
WB = werkboek
5de leerjaar
De leerlingen krijgen op dinsdag een overzicht van plantaken. (cfr. Vierde leerjaar).
Ze krijgen een week de tijd om deze tot een goed einde te brengen. We volgen dit op zodat ze niet pas alles op één avond nog moeten doen.
Er wordt verbeter- en controletijd voorzien in de klas.
Toetsen worden steeds goed op voorhand aangekondigd en aangeduid met fluo in hun agenda.
We zetten Frans ook in de focus omdat dit een nieuw vak is en wel wat opvolging vraagt van thuis. Beter vaak kort oefenen dan maar af en toe lang is hier de sleutel tot succes.
Afkortingen:
Algemeen:
PT = plantaken
wb = werkboek
lb = leerboek
SB = scheurboek
LT = laten tekenen
Wiskunde
Wi = Wiskunde
G = Getallenkennis
B = Bewerkingen
MK = Meetkunde
MMR = Meten en metend rekenen
Rak = Rakkertje
T = Target
Nederlands
Ned = Nederlands
TB = Taalbeschouwing
SP = Spelling
Begr. lez. = Begrijpend lezen
Stud. lez. = Studerend lezen
K&L = Kijk- en leesboek
RB = ringboekje (onthoudboekje)
WO
BB = Bronnenboek
WK = Werkkatern
FT1 = Focusthema 1
Frans
MM = mon mémento (onthoudboekje)
6de leerjaar
Afkortingen
Wiskunde
Wi = Wiskunde
G = Getallenkennis
B = Bewerkingen
MK = Meetkunde
MMR = Meten en metend rekenen
Rak = Rakkertje (opzoekboekje)
T = Target
SB = Scheurblok
Nederlands
Ned = Nederlands
RB = Ringboekje (opzoekboekje)
TB = Taalbeschouwing
SP = Spelling
Begr. lez. = Begrijpend lezen
Stud. lez. = Studerend lezen
TB = Taalboek
WB = Werkboek
WO
BB = Bronnenboek
WK = Werkkatern
Frans
LWB = Leerwerkboek
MM = mon mémento (opzoekboekje)
PP = Praatplaat
OB = Oefenbladen
WK = woordkaarten