Een veilige school is een gedeelde verantwoordelijkheid
Op GBS De Driehoek willen we dat elk kind zich fysiek en emotioneel veilig voelt. Conflicten horen bij het samenleven en samen leren. Kinderen botsen, maken ruzie, oefenen sociale vaardigheden én herstellen relaties. Wij begeleiden hen in dit proces vanuit een preventieve, herstelgerichte en verbindende aanpak, waarbij empathie, taal, zelfreflectie en actief luisteren centraal staan.
Onze aanpak is stevig ingebed in de kinderrechten (o.a. non-discriminatie, recht op participatie, bescherming tegen geweld) en sluit aan bij de minimumdoelen rond mondelinge interactie, zelfbeeld en sociaal functioneren.
Onze kernprincipes
- Preventie boven repressie: We investeren in een positief klasklimaat en sociale vaardigheden vanaf de kleuterklas.
- Herstel boven straf: We geloven in leren van fouten, dialoog en eigenaarschap.
- Vertrouwen boven controle: We werken met ouders en kinderen vanuit een respectvolle, open communicatie.
Praktijkprincipes in onze schoolwerking
1. Herstelgericht denken en handelen
We begeleiden conflicten via een herstelgesprek met vier kernvragen:
- Wat is het probleem?
- Hoe voelde jij je daarbij? En de ander?
- Wat was jouw aandeel in het conflict?
- Wat kunnen we nu afspreken om het goed te maken?
Deze gespreksstructuur sluit aan bij de doelstellingen voor mondelinge interactie: luisteren, reageren, verwoorden van gevoelens, verbanden leggen en afspraken maken.
Visualisatie via een verkeerslichtsysteem helpt jonge kinderen het proces begrijpen en structureren.

2. Emotieregulatie en zelfreflectie
Kinderen leren:
- gevoelens bij zichzelf en anderen herkennen en benoemen (cf. gevoelensthermometer),
- hun emoties reguleren via aangeleerde strategieën,
- rekening houden met verschillende perspectieven.
Deze vaardigheden worden systematisch opgebouwd via RAKET-lesjes, principes uit Rots en Water, kringgesprekken en spel.
3. Positieve communicatie
We oefenen beleefde taal, gespreksvaardigheden, samenwerkend spel en constructieve conflictoplossing. Kinderen leren:
- op een gepaste manier het woord nemen,
- elkaar laten uitspreken,
- op elkaar reageren,
- voorstellen en afspraken formuleren.
Dit sluit aan bij de eindtermen mondeling taalgebruik, taalregisters en interactievaardigheden.
Afspraken en instrumenten
- Afspraakkaarten: Kinderen denken actief mee over gedragsverwachtingen. De afspraken zijn positief geformuleerd en worden regelmatig geëvalueerd.
- Complimenten: We belonen gewenst gedrag expliciet en concreet.
- Afzondering enkel bij acuut gevaar: Tijdelijke time-out wordt gevolgd door actieve herintegratie.
- Samenwerking met ouders: Ouders worden betrokken vanuit vertrouwen, niet vanuit verantwoording. We geloven in gedeeld opvoedingspartnerschap.
Ondersteuning en professionalisering
- Ons team volgt vorming rond herstelgericht werken, verbindende communicatie, sociaal-emotionele ontwikkeling.
- Leerkrachten krijgen ondersteuning via reflectiegesprekken en coaching.
- De directie stimuleert een warme, verbindende schoolcultuur waarin conflicten als leerkansen worden gezien.
Participatie en eigenaarschap
- Leerlingen worden betrokken bij de invulling en vormgeving van schoolruimtes en activiteiten om hun verantwoordelijkheidsgevoel en verbondenheid te vergroten. Voorbeelden hiervan zijn het leeslabo, het winkeltje en het meespelen bij de kleuters
- Ze leren hun mening verwoorden, luisteren naar anderen en bijdragen aan collectieve afspraken.
Concrete aanpak
We werken aan een positief klasklimaat door preventieve maatregelen en het versterken van sociale vaardigheden en dit door het toepassen van strategieën uit Rots en Water en Raket voor onze jongste leerlingen.

Tijdens de RAKET-lesjes zijn er 6 afspraken waar iedereen zich aan moet houden:
![]() | We luisteren naar elkaar. |
![]() | We steken stil onze vinger in de lucht als we iets willen vragen. |
![]() | We zeggen alsjeblieft en dankjewel. |
![]() | We geven elkaar complimentjes. |
![]() | We roepen niet. |
![]() | We doen elkaar niet pijn, ook niet met woorden. |
De regels staan afgebeeld op een dobbelsteen en worden de volgende lesjes elke keer opnieuw herhaald. Kinderen die zich aan de afspraken houden, verdienen dikke duimen en complimenten!
1. Leren luisteren
Eén van de afspraken is ‘we luisteren naar elkaar’. Dit is moeilijker dan je zou denken! De volgende drie deelvaardigheden helpen de kinderen hierbij:
![]() | We blijven zitten of staan. |
![]() | We kijken naar diegene die praat |
![]() | Ons mondje is dicht. |
2. Speelplaats-goed-gedrag-spel
Elk RAKET-lesje eindigt met een speciale speeltijd. Terwijl de kinderen spelen, delen de juffen puntjes uit aan de kinderen die leuk samenspelen (luisteren naar elkaar, regels naleven, rustig wachten, vragen of je mag meedoen, delen van het speelgoed, …). Bij elk punt dat de kinderen krijgen, wordt ook concreet benoemd waarom ze het punt hebben verdiend. Bijvoorbeeld: “leuk zeg, jullie delen een bal!”. Na het spel worden alle puntjes in een fles verzameld. Als de puntjes boven het elastiekje rond de fles komen, verdienen de kinderen een beloning!
3. Gevoelens bij zichzelf en bij anderen
Tijdens de RAKET-lesjes wordt gewerkt aan gevoelens. Eerst leren de kinderen de basisgevoelens ‘blij’, ‘boos’, ‘bang’ en ‘verdrietig’ herkennen bij zichzelf. Ze bootsen de gevoelens na en verwoorden hoe zij of anderen kunnen zien dat ze zich blij, verdrietig, boos of bang voelen.
Aan de hand van een gevoelensthermometer kunnen we meten hoeveel iemand blij, verdrietig, boos en/of bang is. Als de gevoelenspijl onderaan staat, betekent dit dat je iets een klein beetje voelt. Hoe hoger de pijl, hoe meer je iets voelt. Helemaal bovenaan de thermometer ben je dus bv. Super boos. De kinderen krijgen de boodschap dat iedereen zich wel eens blij, boos, bang of verdrietig voelt net zoals de juf, de mama, de papa of iemand anders. | ![]() |
![]() | ![]() | ![]() | ![]() |
We staan ook even stil bij het gevoel van een ander. Iedereen is uniek en dat is goed! We zien er anders uit, hebben verschillende voorkeuren en voelen ook soms iets anders in dezelfde situatie. Om de voorkeuren en gevoelens van anderen te weten te komen, zijn er verschillende strategieën:
- Het vragen aan de andere.
- Kijken naar het gezicht en de lichaamstaal van de andere.
- Zich de vraag stellen: “Hoe zou ik mij voelen als dat met mij gebeurt?”
4. Hoe kan je als volwassene je kind hierbij helpen?
Gevoelens benoemen bij je kind
Opdat je kind gevoelens bij zichzelf leert herkennen en onderscheiden, kan je zijn of haar gevoelens regelmatig benoemen. Bijvoorbeeld: “Ik denk dat je je verdrietig voelt omdat je net hebt verloren. Ik kan het zien aan je gezicht, want je mondhoeken gaan naar beneden, er rolt een traan over je wang, …”.
Bevragen hoe je kind zich voelt en hoeveel
Hierbij kan het helpen om je kind met zijn/haar handen te laten tonen hoe groot het gevoel is. Hoe meer we onze handen uit elkaar houden, hoe meer we iets voelen.
Eigen gevoelens verwoorden
Door geregeld ook je eigen gevoel te verwoorden, leren kinderen eveneens dat iedereen deze gevoelens ervaart. Gebruik hierbij voorbeelden op het niveau van je kind zoals ‘ik was vandaag blij omdat je me goed geholpen hebt met de tafel dekken’, ‘ik ben verdrietig omdat oma ziek is’, ‘Ik ben boos omdat er iemand gelogen heeft’,…
Spelregels, samenwerken, spelintrede
Door het spelen van gezelschapsspelletjes en het samenwerken aan gezamenlijke opdrachten oefenen we de geleerde vaardigheden nog wat verder in:
- afspraken maken en je hier aan houden
- oplossen van problemen (bv. wie mag er beginnen?)
- rustig blijven bij frustratie (bv. een beurt moeten overslaan, verliezen, …)
- rekening houden met de wensen en voorkeuren van een ander
- luisteren naar een ander
In de laatste RAKET-lesjes focussen we op een belangrijk aspect van leuk samenspelen: op een mooie manier vragen om mee te mogen spelen. We doen dit in drie stapjes:
1. | ![]() |
2. | ![]() |
3. | ![]() |
Af en toe zal het antwoord op de laatste vraag eens ‘neen’ zijn. Ook hier komen de eerder geleerde vaardigheden van pas. We passen trucjes toe om rustig te blijven of te worden en op een goede manier het probleem op te lossen. Mogelijke oplossingen zijn: even wachten, met iemand anders spelen, alleen spelen, het nog eens vragen.
Een gedragen beleid in vertrouwen: zorgzaam omgaan met conflicten
Door deze aanpak en afspraken te volgen, kan de school een zorgzaam en effectief sanctioneringsbeleid ontwikkelen dat bijdraagt aan een positieve schoolomgeving en het welzijn van alle leerlingen. We verwachten van de ouders vertrouwen en ondersteuning. Ons beleid is niet gebaseerd op verantwoording, maar op vertrouwen en expertise.
Onze aanpak draagt rechtstreeks bij aan de eindtermen op vlak van:
- mondelinge taalvaardigheid en interactie (luisteren, spreken, overleggen);
- attitudes en persoonsvorming (zelfbeeld, empathie, verantwoordelijk gedrag);
- sociale vaardigheden (samenwerken, conflicthantering, participatie).